© kerkzoeker
Kerkzoeker
ALTIJD AL WILLEN WETEN HOE HET ZIT MET DE KERK??
alle informatie van alle kerken in Nederland op één site
De vier evangeliën en het boek Handelingen der apostelen
Het woord ‘evangelie‘betekent 'goed nieuws'. In de evangeliën staan de persoon en het werk van Jezus Christus centraal. De evangeliën zijn echter niet geschreven om een levensbeschrijving van Jezus te geven maar om Zijn heilswerk te laten zien. De evangelisten geven een geloofsgetuigenis. Voor zijn hemelvaart gaf de Heer aan zijn leerlingen de opdracht om het evangelie te verkondigen aan alle volken. Daaraan willen de evangelieschrijvers meehelpen. Het is hun doel: 'dat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en dat u door te geloven leven hebt in hem' (Johannes 20:31).
Ondanks dit ene doel dat de schrijvers voor ogen stond, hebben de eerste drie evangeliën: Matteüs, Marcus en Lucas, een geheel ander karakter dan het vierde, het evangelie van Johannes. De eerste drie geven elk een overzicht ('synopsis') van het leven en werk van Jezus. Daarom worden zij dikwijls aangeduid met de naam 'synoptische evangeliën'. Het evangelie van Marcus is 'de goede boodschap' in zijn meest bondige vorm: het beschrijft de werken en de wonderen van Jezus Christus en zijn lijden, dood en opstanding. Zowel Matteüs als Lucas hebben waarschijnlijk van dit evangelie gebruik gemaakt om het met eigen stof en naar eigen bedoelingen uit te breiden.
In het boek Handelingen der apostelen wordt het ontstaan van de eerste christengemeenten beschreven en de uitstorting van de Heilige Geest tijdens het Pinksterfeest. Zoals de titel al zegt worden hier de woorden en de daden van de apostelen in de vroeg christelijke kerk beschreven.
Het eerste evangelie heeft zijn naam te danken aan de belastingambtenaar (tollenaar)
Matteüs die een van de discipelen werd van de Heer (hoofdstuk 9:9-
Lees Het evangelie naar Matteüs met kanttekeningen
Het evangelie naar Marcus draagt de naam van de schrijver die ook wel bekend is als Johannes Marcus. Zijn moeder was Maria, die in Handelingen 12:12 genoemd wordt als degene die de christenen in Jeruzalem in haar huis ontving. Hij begeleidde Paulus en Barnabas op hun eerste zendingsreis, en was metgezel van Petrus in Rome. Algemeen wordt aangenomen dat Marcus zijn evangelie te Rome omstreeks het jaar 70 heeft geschreven voor christenen die uit het heidendom afkomstig waren en geen kennis hadden van de joodse tradities. Voor hen legt hij allerlei joodse uitdrukkingen en gewoonten uit.
In tegenstelling tot Matteüs legt Marcus de nadruk op wat Jezus doet, niet zozeer op wat hij zegt. Hij tekent Jezus vooral als de Zoon van God die zijn macht toont: zijn macht over mensen, over boze geesten en over ziekten. Het geheim dat hij de Messias is, de Zoon van God, wordt alleen geopenbaard aan degenen die hem als de gekruisigde aanvaarden
Lees Het evangelie naar Marcus met kanttekeningen
Het evangelie naar Lucas heeft zijn naam te danken aan de man die in Kolossenzen
4:14 als arts genoemd wordt en lange tijd Paulus' reisgenoot en medewerker is geweest
(2 Timoteüs 4:11 en Filemon 24). Het evangelie dat met het boek Handelingen een tweedelig
werk vormt, is opgedragen aan een zekere Theofilus en tussen de jaren 70 en 80 geschreven.
De auteur is goed op de hoogte van de Grieks-
Lees Het evangelie naar Lucas met kanttekeningen
Het evangelie naar Johannes is volgens de uitspraak in hoofdstuk 21:24 geschreven
door de leerling van wie Jezus hield (hoofdstuk 21:20). Waar en wanneer het evangelie
is ontstaan, weten we niet; misschien rond het jaar 90 te Efeze in Klein-
Lees Het evangelie naar Johannes met kanttekeningen
Uit de aanhef blijkt dat Lucas met dit boek aan Theofilus een vervolg aanbiedt op zijn evangelie.
Vermoedelijk heeft hij het te 'Rome geschreven tussen de jaren 70 en 80. De naam van het boek is niet geheel in overeenstemming met de inhoud. De nadruk ligt niet op de daden van de apostelen, van wie overigens alleen Petrus en Paulus veel genoemd worden, maar op de werkzaamheid van de Heilige Geest. Door zijn stuwkracht gaat het evangelie van Jeruzalem via Judea en Samaria de wereld in om tenslotte aan te komen in Rome, de hoofdstad van het toenmalige keizerrijk. Dat is het thema dat al in hoofdstuk 1:8 wordt aangegeven. Dat is ook een bron van troost voor de christenen die om hun geloof worden vervolgd.